Een beetje anders met honger naar avontuur
‘Het moet op z’n minst interessant en creatief zijn. En twee: ik sta achter de camera, en er niet voor.’ Ze spreekt de woorden getrouw uit in een voorstelvideo op haar website. Eza Doortmont is duidelijk over de voorwaarden waarop zij een film maakt. Ze is sowieso helder over hoe ze haar werk voorstelt. Haar films moeten verhalen vertellen en gaan vaak over de ‘dingen die verdwijnen’. Voor First Wave werkt ze aan een film over een kegelclub in Leeuwarden. Een vereniging die ooit floreerde, maar nu amper twee handenvol leden telt en derhalve in haar bestaan wordt bedreigd. ,,Een ode aan de eindigheid”, zegt Eza over de aanstaande productie.
Verhalen. Ze is er mee grootgebracht. Vader is historicus en genealoog en verbleef voor zijn werk regelmatig in West-Afrika. Moeder zat sowieso vol verhalen en ging toen Eza tien jaar oud was aan de slag als uitvaartverzorger. Met nog meer verhalen tot gevolg. ,,Aan de keukentafel ging het bij ons in Groningen vaak over dode mensen. Met belangstelling namen we samen de rouwadvertenties door.” Niet vanwege een zwartgallig en onduidelijk gevoel voor humor, maar om de verhalen te achterhalen. Want rouwadvertenties, vindt Eza, behelzen een hoop verhalen. En wat ze niet vertellen, vullen we zelf in. ,,De beste advertenties staan in het NRC. Die zijn vaak uitgebreid en laten aan de verbeelding weinig over.” Het komt regelmatig voor dat ze elkaar zaterdagmorgen bellen. Met de krant op schoot.
Buitenbeentje
Als fanatiek hobbyfotograaf bracht grootvader Eza via haar vader de liefde van het beeld bij; met een duidelijke voorkeur voor analoge fotografie – waarbij het beeld op een stukje ‘ouderwetse’ film wordt vastgelegd en niet digitaal, door een sensor. Ze beet zich in de fotografie vast, zoals ze de zaken in algemene zin vaak serieus aanpakt. Als je het doet, doe het dan goed. Zoiets. Het is een eigenschap die je terugziet in haar werk tot nu toe. Eza bouwde, ondanks haar nog jonge leeftijd, een indrukwekkend palmares op. Op haar cv prijken tal van documentaires en korte films die in eigen en buitenland werden gemaakt. Ze sleepten op filmfestivals talloze nominaties en prijzen in de wacht en werden uitgezonden op regionale en landelijke televisiezenders.
Dat ze filmmaker en fotograaf is geworden was overigens lang geen uitgemaakte zaak. Ze bracht haar jeugd door in Groningen na een verhuizing met haar ouders uit Rotterdam. Eza hield van buitenspelen en knutselen. Ze kon goed zwemmen en bewaart als proeve van bekwaamheid maar liefst vijftien diploma’s in de la. Nog altijd zwemt ze probleemloos 25 meter onder water. Eza speelde accordeon en was gek op voetballen, het liefst samen met haar twee jaar jongere zus. Ze voetbalt overigens nog altijd. De zucht naar avontuur leerde ze kennen door haar reizen naar het Afrikaanse continent, zo vaak de uitvalbasis van haar docerende vader. Een nieuwsgierig meisje dat zich op jonge leeftijd bewust was van haar talenten en interesses. Het maakte van Eza onwillekeurig een buitenbeentje. Op de basisschool werd ze naar eigen zeggen ‘mega gepest’. Het versterkte haar gevoel dat ze een beetje anders was.
Manchester
Op de middelbare school verging het Eza beter. ,,Ik volgde er extra kunst- en creatieve vakken en de belangstelling voor kunst en cultuur nam snel toe.” Iemand vatte destijds het karakter van Eza kort samen: ‘Eza zegt goeie dingen, maar ze doet het te weinig.’ De rups was dus nog geen vlinder. Maar de reikhalzende honger naar het avontuur bleef onverminderd groot. Later, op de School voor Journalistiek, maakte ze reizen door Canada en Europa. Met een nicht ging ze per trein door het Europese continent. De reis eindigde in Florence waar de nicht aangaf liever naar huis terug te gaan. Eza bleef alleen achter. ,,Zonder een cent op zak, want ik was mijn portemonnee verloren. Met het treinticket en paspoort erbij.” Maar ze redde zich.
Terug in Nederland ging ze na de havo naar de School voor Journalistiek in Utrecht. Ze realiseerde zich daar – onder meer na een stage op de redactie van Brandpunt – dat ze geen journalist in de letterlijke betekenis van het woord was. Geen nieuwsjager, maar een verhalenmaker. Met het diploma journalistiek op zak vertrok ze uit Utrecht om in Manchester (VK) een masterstudie Visuele Antropologie te vervolmaken. Ze leerde er naar eigen zeggen nieuwe manieren om verhalen te vertellen. ,,Met een academische blik verbreedde ik mijn horizon en leerde ik hoe ik lagen in mijn verhalen kon aanbrengen.”
Sheaboter
Haar portfolio spreekt inmiddels boekdelen. Want hoe klein het onderwerp op het eerste oog aandoet, de breedte en diepte verraden ontegenzeggelijk het werk van een hypergeïnteresseerde filmmaker. Een regisseur die haar hoofdpersonen – en hun passies – grondig ontleedt. Of het nu gaat om de bewoners van Isles of Scilly (Nine Miles of Road and Infinite Sea) of de eerstejaarsstudent Luuk aan de zeevaartschool op Terschelling (Zeebenen): ze drijven op dat wat Eza Doortmont te allen tijde zoekt in een film. Het Verhaal. In Fan Blom oant Bôle brengt ze het ambacht van een tiende generatie bakker in beeld: ,,Het kneden van deeg luistert heel nauw. Dat is een proces dat van generatie op generatie gaat. Het is dankbaar werk om dat op waarde te schatten en in mijn geval zo goed mogelijk in beeld te brengen.”
Ze maakte in 2018 in een Ghanees dorpje de film Women’s Gold, waarin ze de camera als een stille getuige laat meekijken bij de vervaardiging van sheaboter: een product dat alleen door vrouwen gemaakt wordt. Een proces dat de vrouwen door economische belangen onder druk zet. De camera volgt deze ontwikkeling als een soort fly-on-the-wall. In de coronaperiode werkte ze aan haar plan om een film over oranjekoek te maken. Die gaat er nog wel komen, verwacht ze. Maar eerst wacht een volgende expeditie.
Met de rugtas alweer ingepakt, kijkt ze uit naar het vervolg van First Wave. Naar de ontmoetingen met haar vakgenoten; het door ontwikkelen van haar film over de Leeuwarder kegelclub. En nu op vakantie, want het avontuur blijft lonken. Fietsen door de Pyreneeën. Een week of vijf. Ze ziet wel. En ja: ,,Natuurlijk gaat de camera mee!”
Tekst: Radboud Droog